Van de familie Pleuronectidae wordt op SCHOL (Pleuronectus platessa) het meest gevist, zowel voor de Europese kust als in de hele wereld.
De schol is nauw verwant aan de vissen van de geslachten Liopsetta en Limanda: de ogen liggen op de rechterzijde en op deze regel zijn maar weinig uitzonderingen. Achter de ogen heeft de schol een soort benen kam, die doorloopt tot het begin van de zijlijnen uit 4 - 8 vrij lage knobbeltjes bestaat.

Mark's place

Herken de vis

Discussie

Reacties

Uitzendingen

Visland Top 3
De beste visplekken
De lekkerste recepten
(reclame)
Viswedstrijden
Viswinkel
Visacte
Visverhalen
Buienradar
Heb je vragen of Tips?
Mail Mark op:
Info@visland.nl
Op de kaakhelft aan de blinde zijde van het lichaam zijn de tanden beter ontwikkeld. De oog zijde van de schol is bruin tot groenbruin met helderrode of oranje spikkels, die ongelijk verdeeld zijn over het lijf, de kop en de ongepaarde vinnen. De rechterzijde is wit.

De schol leeft gewoonlijk op een zanderige bodem, op 1 - 250 meter diepte (meestal op 10 - 15 meter).
Jonge exemplaren kunnen het in water met een laag zoutgehalte goed uithoudenen zwemmen zelfs wel de rivieren op.
De paaitijd is van januari tot mei.
De eitjes en de larven drijven aanvankelijk in de bovenste waterlagen.
Wanneer de jonge visjes 13 - 17 mm lang zijn, gaan ze naar de bodem.

In het zuidelijkdeel van het verspreidingsgebied worden de mannetjes op 3 tot 6 jarige leeftijdgeslachtsrijp en in het zuidelijk deel op 8 tot 10 jarige leeftijd. Bij de vrouwtjes duurt het ongeveer een jaar langer voor ze geslachtsrijp zijn. Een schol kan 25 - 30 jaar oud worden.
Hij eet vooral tweekleppige schaaldieren, waarvan hij de schelpen breekt met de sterke tanden in de keelholte. Ook jaagt hij wel op visjes, die vlak boven de bodem rondzwemmen.

Voor de Nederlandse visserijvloot is de schol van groot economisch belang.

Lengte: 40 - 60 cm, max. 90 - 100 cm.
Gewicht: 1 - 3 kg, max. 7 kg.